All Categories
Featured
Table of Contents
de optrede van de treden mag niet meer dan 18 cm bedragen; 6 (producten). hun helling mag niet meer dan 75 % bedragen (maximale hellingshoek 37�); 7. zij zijn van het rechte type. Maar �wenteltrappen� worden toegestaan zo ze verdreven treden hebben en zo hun treden, naast de hiervoor vermelde vereisten [met uitzondering van voornoemd punt 4,] < KB 04 april 2003, art.
De voorschriften van 4. 2.3 zijn er op van toepassing met nochtans de volgende afwijking: de stootborden zijn niet verplicht; er is geen stabiliteit bij brand vereist, maar het materiaal behoort tot de klasse A0. De verbinding tussen het compartiment en een buitentrappenhuis gebeurt: � hetzij via een deur; � hetzij via (een) vluchtterras(sen).
Deze buitentrappen hebben de volgende kenmerken: 1. breedte minimum 0,60 m; 2. hellingshoek niet groter dan 45�; 3. aantrede van de treden ten minste 0,10 m; 4. optrede der treden maximum 0,20 m; 5. bij iedere trap twee handgrepen. Voor de verbinding tussen het evacuatieniveau en de onmiddellijk hoger gelegen bouwlaag mag een trap of gedeelte van trap aangewend worden die inschuifbaar of geleed is.
De deuren op deze wegen mogen geen vergrendeling bezitten die de evacuatie kan belemmeren. Deze bepalingen zijn niet toepasselijk op parkeergebouwen (zie 5. 2.). In een compartiment gaat de verbinding tussen en naar de trappenhuizen via evacuatiewegen of over vluchtterrassen. Deze wegen mogen niet doorheen trappenhuizen lopen. De af te leggen weg tussen de trappenhuistoegangen is groter dan 10 m en kleiner dan 60 m.
Deze vereiste geldt niet voor compartimenten met uitsluitend dagbezetting waarvan de oppervlakte geen 1250 m2 bereikt (Overzicht Schuimblussers). De binnenwanden van elke evacuatieweg hebben Rf 1 h. De deuren van de lokalen die op deze weg uitgeven zijn zelfsluitend en hebben Rf 1/2 h. Op zulk niveau geschiedt de toegang tot het trappenhuis overeenkomstig 4.
De aanduiding van de uitgangen en nooduitgangen dient te voldoen aan de bepalingen betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk - Periodiek Nazicht Brandblussers. Een technisch lokaal of een geheel van technische lokalen vormt een compartiment en zijn hoogte kan over verscheidene opeenvolgende bouwlagen reiken. 5. 1.1. 1. Voor de technische lokalen gelden de voorschriften inzake de compartimenten mits volgende wijzigingen: 1.
1.; � hetzij naar buiten, derwijze dat een evacuatieniveau bereikbaar is; 2. afwijkend van 4. 4.1 mag geen enkel punt van het compartiment zich verder bevinden dan: � 45 m van de weg die in het technisch compartiment de twee uitgangen verbindt; � 60 m van de dichtstbijzijnde uitgang; � 100 m van de tweede uitgang; indien nochtans de oppervlakte van het technische compartiment niet groter is dan 1000 m2, volstaat één uitgang naar een trappenhuis, of naar buiten of naar een ander compartiment.
indien de hoogte van het technisch compartiment over verscheidene opeenvolgende bouwlagen (zie 2. 1.) reikt en zo het meer dan één dienstvloer omvat die verbonden zijn door trappen of ladders: � dan kan, voor zover de compartimentsoppervlakte kleiner is dan 1000 m2, om de twee dienstvloeren, en beginnend met de laagste, één toegang tot een trappenhuis, of naar buiten of tot een ander compartiment volstaan; � indien de compartimentsoppervlakte groter is dan 1000 m2, dan moet elke dienstvloer toegang verlenen tot ten minste één van de twee uitgangen; deze wisselen af van vloer tot vloer; 4.
1.3. 1. Algemeen Zij voldoen aan de voorschriften van het Algemeen reglement op de elektrische installaties (A.R.E.I.). Verder geldt dat: � de wanden Rf 2 h hebben, behalve de buitenmuren; � de binnendeuren hebben Rf 1 h; � indien water (van om het even welke herkomst, dus ook bluswater) de vloer kan bereiken, bijvoorbeeld door infiltratie of via kabelgoten, dan dienen alle maatregelen te worden getroffen opdat het waterpeil constant en automatisch beneden de vitale gedeelten blijft van de elektrische installatie, zolang ze in gebruik is. Straalpijp Brandhaspel Nazien.
De verluchtingsbuis van de stortkoker moet ten minste 1 m boven het dakniveau uitsteken. De stortvaldeurtjes zijn zelfsluitend. Inzake weerstand tegen brand: 1. is de koker binnen het gebouw opgesteld, dan heeft hij de volgende kenmerken: wanden Rf 1 h en zelfsluitende deurtjes Rf 1/2 h; 2. is de koker buiten het gebouw opgesteld met de deurtjes aan de binnenzijde, dan hebben zij Rf 1/2 h; elk verbindingsstuk tussen deurtje en koker heeft Rf 1 h.
1.4. 2. Lokaal voor de opslag van het huisvuil De wanden hebben Rf 1 h. Geeft dit lokaal niet uit in de buitenlucht, dan is het toegankelijk via een sas met de volgende kenmerken: 1. zelfsluitende deuren Rf 1/2 h; 2. wanden Rf 1 h; 3. minimale oppervlakte 2 m2.
Evenwel mogen hun wanden, valluiken en deurtjes Rf 1/2 h hebben, indien de kokers ter hoogte van elke bouwlaag gecompartimenteerd zijn door horizontale schermen met de volgende kenmerken: � zij zijn van niet-brandbaar materiaal; � zij beslaan de hele ruimte tussen de leidingen; � zij hebben Rf 1/2 h. Overzicht Veiligheidsverlichting. In dat geval moet de koker niet verlucht zijn.
1.5. 2. Horizontale kokers Kokers die door verticale wanden dringen waarvoor een Rf is voorgeschreven, hebben: � ofwel wanden en deurtjes met dezelfde Rf als deze verticale wanden; � ofwel een bouwelement ter hoogte van elke wand met dezelfde Rf als deze verticale wanden. Bij afwijking van het in 2.
De wanden tussen de parkeergebouwen en de rest van het gebouw voldoen aan de voorschriften van 4. 1. In het parkeercompartiment mogen evenwel sommige, niet voor verblijf bestemde lokalen worden opgenomen, zoals: elektrische cabines, archieflokalen, technische ruimten . (Techniekers Brandcentrales)... De wanden van deze lokalen vertonen een Rf 2 h en de toegang geschiedt door een sas met Rf 2 h en zelfsluitende deuren Rf 1/2 h.
In de gesloten parkeergebouwen met een totale oppervlakte groter dan 2500 m2, moeten maatregelen genomen worden die noodzakelijk zijn om de verspreiding van rook te voorkomen. 5. 3.1. Kunnen er meer dan 500 personen in verblijven, dan mogen deze zalen enkel ondergronds ingericht worden wanneer het verschil tussen het laagste vloerpeil van deze zalen en het dichtstbijzijnde gelegen evacuatieniveau niet groter is dan 3 m. Dubbele Brandwerende Zwaaideuren.
Het aantal uitgangen wordt bepaald zoals voor de compartimenten. De wanden die deze lokalen of geheel van lokalen vormen hebben Rf 1 h. Elke doorgang in de verticale wanden is afgesloten door een zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deur Rf 1/2 h. Deze deuren draaien open in de vluchtzin. Geen enkel voorwerp mag de evacuatie naar de uitgangen hinderen.
het complex met zijn galerijen van de overige bouwdelen gescheiden is door wanden met Rf 1 h; 2. de overige bouwdelen hebben hun eigen uitgangen onafhankelijk van de uitgangen van het winkel- of handelscomplex. De scheidingswanden tussen de handelslokalen hebben Rf 1/2 h en lopen door in het eventuele vals plafond - Expert Hydranten.
Latest Posts
Expert Rwa
Fluorescerende Pictogrammen
Wet Tobback Alarmsystemen